Meteen naar de inhoud

Familiebedrijf Dewit

Omstreeks 1900 startte de eerste generatie in de streek (Zavelborre en Tombeek) met serres. Omdat het bedrijf bleef uitbreiden, drong een verhuizing zich op naar de huidige locatie aan de Brusselsesteenweg. Deze weg was een erg belangrijke verkeersader dat heel wat klanten garandeerde. De mensen stonden tot op de straat aan te schuiven voor onze tafeldruif.

De derde generatie, Urbain Dewit maakt zowel de gloriejaren als de crisisjaren mee, maar bleef erin geloven. Hij gaf zijn kennis en passie door aan zijn zoon Philip, die in 1982 mee in het bedrijf stapte. Philip Dewit, de vierde generatie, breidde het bedrijf verder uit.

Onder zijn leiding groeide het bedrijf uit tot een modern warenhuis van 50 serres met een totale oppervlakte van 7000m². Het bedrijf is volledig gemoderniseerd en uitgerust met een van de meest hoogstaande verwarmingsinstallatie en computergestuurde klimaatregeling van de streek.

Zoon Koen Dewit, de vijfde generatie, stapte onlangs mee in het bedrijf om, van vader op zoon, de finesse en kunst van het druiventelen onder de knie te krijgen.

Felix Sohie: grondlegger van onze Vlaams-Brabantse Tafeldruif.

Als tuinier bij Baron De Peuthy in Huldenberg verzorgde Felix de druivelaars in de muurserre op het adellijk domein. De oogst was bestemd voor de adellijke familie, maar het teveel mocht Felix verkopen.

Hij trok ermee naar Brussel en ondervond dat de verkoop van deze druiven een mooie cent opleverde. Zo rijpte de idee om zijn eigen serre(s) te bouwen te Hoeilaart. In 1865 had hij zijn eigen bedrijf, dat hij samen met zijn twee broers uitbaatte.

De Gebroerders Danhieux volgden als eersten zijn voorbeeld in Overijse en startten met serres in 1878.

Door de jaren heen kende de streek, met de gemeenten Overijse, Hoeilaart, Huldenberg en Duisburg een grote expansie aan druivenserres, met als hoogtepunt het jaar 1961. De druivenstreek was toen bedekt met 35 000 serres. Vandaar de naam van ‘het glazen dorp’.

Deze expansie bracht ook andere werkgelegenheid met zich mee: leveranciers van hout, mest, stenen, steenkool,…

Vanaf 1962 gingen de ‘grenzen open’, dit betekende de invoer van druiven vanuit de Zuiderse landen. In 1973 was er de eerste energiecrisis en snel daarop volgde in 1979 een tweede energiecrisis. Hierna ging het bergaf met de druiventeelt.

De hoge kosten van de stookolie en de concurrentie met de buitenlandse druif dwongen veel serristen hun deuren te sluiten.

De afgebeelde grafiek geeft een schets weer van de evolutie van het aantal serres. In de hoogtejaren waren er ongeveer 35.000 serres, nu zijn er nog +-350 serres in de Druivenstreek.

De familie Dewit bleef er altijd in geloven, en teelt dan ook al meer dan 100 jaar druiven. Zij zijn nu toe aan hun 5e generatie druiventelers.